De oefening

Storm liep voor zich uit. Uiteindelijk bleef hij even stil staan en keek met open mond voor zich uit. Voor hem stond een héél grote boom. "Wow!" Zei Storm, en hij sloot zijn mond. Hij kreeg opeens een idee! Hij kan op die boom oefenen! Storm ging ongeveer 6 meter van de boom afstaan. Hij dacht na.. Welke aanval zou hij eerst doen? Toen besloot hij 'aura-bal' te doen. Hij haalde een keer diep adem. Dit zou een gevecht gaan worden. Hij zou doen alsof de boom een levende tegenstander is. Storm sloot zijn handen, en concentreerde zich op de boom. Daarna verscheen er in een oogwenk een lichtblauwe bal in Storm's handen.. De 'aura-bal'. Toen hij groot genoeg was, duwde hij de bal naar de boom. Storm maakte een rol naar de zijkant alsof hij ontweek. Daarna deed hij nog een keer 'aura-bal', en nog eens, en nog eens. Uiteindelijk was hij uitgeput en schee hij uit. Hij zuchtte. De boom was best beschadigd. Maar dat was niet erg, wist Storm. Want dit bos staat er bekent om dat de bomen heel snel groeien of helen. Storm zag in een bosje naast de boom, een emmer liggen. Hij kreeg een idee. Hier vlakbij was een meer, daar kon hij water halen voor de boom. Hij pakte het emmertje, en rende met volle vaart naar het meer. Hij was aangekomen. En hij vulde het emmertje tot aan het randje. Onderweg terug verloor hij een beetje water. Maar er was nog genoeg. Toen hij aankwam bij de boom, gooide hij het water bij het onderste gedeelte van de stam, en nog bij een uitstekende wortel van de boom. Storm zette het emmertje terug waar hij lag, en liep verder.

De jonge Zigzagoon spitste zijn oren toen hij iets hoorde. Wat zou het zijn? Voetstappen, inademen, en toen een aanval. Hij dook in elkaar en sloop tussen het hoge gras door, dichterbij het geluid. Nog eens datzelfde. Zou het een boze Machoke zijn? Hij bibberde even, een briesje wind liet zijn vacht bewegen. Boven hem, in de lucht, vlogen een paar Pidove's. Hij lachte even zachtjes toen hij zag dat de grote Machoke eigenlijk maar een kleine Riolu was, van ongeveer een jaar jonger dan hem. Hij ging normaal staan, en deed een paar stappen naar voren, tot het gras een stuk lager was. Met een lach op zijn snuit liep hij naar de Riolu toe, die een houten emmertje met water over de boom gooide.

Ongeveer vijf stappen van hem af keek hij even goed naar de Riolu. Hij had een groene Scarf om. Noah had een bruin-wit gestreepte Scarf, dezelfde kleur als zijn vacht. Blijkbaar had de Riolu hem nog niet gezien. "Hallo." lachte hij vriendelijk. Wat zou de Riolu nu doen? Hem aanvallen met dezelfde aanval als net? Die kon hij makkelijk ontwijken met zijn Quick Attack. Hij maakte het zich gemakkelijk en ging zitten.

Storm keek op. Daar zat een pokémon. Storm glimlachte. "Hallo!" Zei hij vriendelijk. "Ik hoop dat ik je niet gestoord heb! Ik was hier even mijn aanvallen aan het oefenen!" Zei Storm. En hij bleef glimlachend naar de pokémon kijken. Storm keek even naar de boom waar hij op oefende, en daarna weer naar de pokémon. Storm zette een brede lach op, en ging ook zitten.

De Riolu keek op. "Hallo!" riep hij vriendelijk. "Ik hoop dat ik je niet gestoord heb! Ik was hier even mijn aanvallen aan het oefenen!" Noah schudde lachend zijn kop. "Nee, je hebt me totaal niet gestoord, ik was gewoon rond aan het kijken." De Riolu keek naar de boom en lachte breed. "Uhm.." begon hij. "Wat is je naam?" vroeg hij twijfelend. Hoe zou de Riolu heten? "Mijn naam is Noah." Hij lachte breed terwijl de Riolu ook ging zitten.

Storm bleef naar de pokémon kijken. Ze zei: "Mijn naam is Noah." Storm zei meteen terug: "Mijn naam is Storm." Storm bleef naar Noah kijken en zei toen: "Wat voor 'n aanvallen ken jij?" En hij wachtte op antwoord van Noah.



PS: Ken jij Blossom?

De Riolu reageerde vrijwel meteen op zijn vraag. "Mijn naam is Storm." Kort daarna begon hij weer te praten. "Wat voor 'n aanvallen ken jij?" vroeg hij. Noah fronste even. "Mijn aanvallen zijn.." begon hij zachtjes. "Tackle, Growl, Sand Attack, Headbutt en Quick Attack." Hij ademde even in en uit. Waarom zou Storm dat willen weten? Ach, ja, hij zou het dalijk wel merken.

--------

Danny, ik speel Noah en Blossom.
Noah is trouwens een mannetje, haha.
En.. Zou je even wat langere stukken willen schijven, zo kan ik er niet erg veel uithalen.

Storm keek naar Noah. "Okey!" Zei Storm. "Woon jij hier in de buurt?" Vroeg Storm, en hij bleef naar Noah kijken.. Storm keek naar het bandje om zijn nek. Die herkende hij! Hij had zelf ook één, maar dan een andere. Storm keek even naar de bomen. Hij droomde een klein beetje weg, maar uiteindelijk besefte hij, dat hij de hele tijd naar een boom was aan het staren. Storm keek weer terug naar Noah. Hij keek weer even naar het bandje om Noah's nek. Daarna keek hij Noah recht in de ogen. En wachtte weer op antwoord.


Nou, als ik gewoon even geen inspiratie heb, dan schrijf ik ook weinig.

"Okey!" grijnsde de Riolu. "Woon jij hier in de buurt?" vroeg Storm. Noah schudde zijn hoofd. "Nee, ik heb erg lang gereisd voordat ik hier kwam." Hij grijnsde even. Het was inderdaad een heel lange reis geweest. Hij verdronk even in zijn gedachten. Helemaal van waar hij woonde, het grote bos. Langs de rivier bij hem in de buurt, toen over de bergen en daarna kwam hij hier aan. Hier zou hij een Explorer worden. En het zou hem lukken. Of dat hoopte hij dan, in elk geval. "Wat doe jij hier eigenlijk?" vroeg Noah. Wat zou de Riolu eigenlijk met al die informatie over hem moeten? Noah trok zijn schouders even op, het maakte hem niets uit. "Trouwens, de meeste Pokémon wonen hier niet. Ze zijn meestal hierheen gekomen, van heel ver weg." Noah keek even over het plein, naar de winkeltjes en andere plaatsjes.